Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen blinde en slechtziende personen. Hun behoeften zijn niet altijd dezelfde en kunnen zelfs tegenstrijdig zijn. De ene persoon kan bv. lichtschuw zijn, terwijl iemand anders helder licht nodig heeft om iets te kunnen waarnemen. De blinde persoon begrijpt de omgeving voornamelijk via andere zintuigen (tast, gehoor, reuk). De slechtziende persoon ziet slecht, maar er rest wel een beetje zicht (dicht, ver, gedeeltelijk of wazig). Opvallende visuele herkenningspunten zijn belangrijk voor wie slecht ziet. De persoon kan er behoefte aan hebben om van dichtbij objecten en personen te bekijken om ze te herkennen.
Enkele tips:
- Stel jezelf voor en verwittig wanneer je weggaat
- Je hoeft niet heel de tijd te praten! Wel is het nuttig om ongewone of bijzondere informatie te melden.
- De omgeving beschrijven is ook nuttig: waar is de uitgang, waar is het toilet, ...?
- Lees informatie (bv. menu, programma) indien relevant voor – wees daarbij discreet.
- Bij afspraken is stiptheid erg belangrijk. Ben je te laat, verwittig!
- Bied ter begeleiding je elleboog of arm aan. In kleine of drukke plaatsen loop je best achter elkaar.
- Maak attent op obstakels (bv. trede, trap), zeker degene die niet door de witte stok gedetecteerd worden
- Plaats de hand van de persoon op de rugleuning van een stoel om een zitplaats aan te duiden
- Schik bestek, eten, glazen op een logische manier. Verplaats geen voorwerpen.
- Geleidehonden zijn aan het werk: raak ze niet aan.
VeBes, de Vereniging van Blinden en Slechtzienden, maakte een handige brochure met veel tips voor een prettig contact met blinden en slechtzienden in alle omstandigheden.
> Tips voor een vlottere omgang met blinde en slechtziende personen |